Zitting van de Geschillencommissie

Met dit communiqué zou Standard de Liège publiekelijk willen reageren op het verloop de van de hoorzitting van de Geschillencommissie, die deze dinsdag 10 november plaatsvond op het hoofdkwartier van de Belgische voetbalbond. Alle aanwezigen (waaronder tal van journalisten) waren getuige van de ernstige gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan.

Aanvankelijk werd Standard de Liège opgeroepen door het Parket voor de disciplinaire vervolging voor de incidenten tijdens de match Charleroi - Standard. Onze club werd vervolgens opnieuw opgeroepen, voor dezelfde hoorzitting (op hetzelfde moment) naar aanleiding van de klacht van Sporting Charleroi.

De sessie werd geopend door de gewone kamers van de Geschillencommissie, in aanwezigheid van alle partijen. Standard haalde onmiddellijk een procedurefout aan: Sporting Charleroi klaagde de kwetsende spreekkoren van de supporters van Standard aan, een aanklacht die onder de exclusieve bevoegdheid van de Buitengewone kamer van de Geschillencommissie valt. In het geval er zowel elementen voor de gewone kamer als voor de Buitengewone kamer zijn, dan zegt het reglement dat alles moet behandeld worden door de Buitengewone kamer.

Het Openbaar Ministerie merkte op dat de twee zaken verschillend waren en dat de disciplinaire vervolging dus normaal kon behandeld worden. Sporting Charleroi pleitte dat de zaken samen moesten behandeld worden, iets wat Standard accepteerde omwille van het competentieprobleem. De Commissie vroeg daarop aan iedereen om naar buiten te gaan zodat ze konden beraadslagen.

Bij de hervatting van de Hoorzitting vroeg de Commissie, die het aangehaalde probleem van Standard relevant bevonden, aan beide partijen of de kwetsende spreekkoren voor hen deel uitmaken van de zaak of niet.

Sporting Charleroi zette toen een stap achteruit en kondigde aan dat ze het element van het besluit, dat ze aan Standard en het Parket hadden doorgegeven, wilden laten vallen. Standard liet toen opmerken dat het argument van de spreekkoren deel uitmaakte van de klachte en dat het dus onmogelijk was dat Sporting Charleroi dit liet 'vallen'.

Opmerkelijk feit: dit argument werd ten stelligste ontkend door Sporting Charleroi en de Voorzitter van de Geschillencommissie, die beweerde dat hij dit dubbel gecontroleerd had tijdens de schorsing van de zitting. De vertegenwoordigers van Standard hebben daarop luidop de klacht voorgelezen om te bewijzen dat ze de passage goed hadden begrepen. Sporting Charleroi beweerde vervolgens dat deze passage voor minder belang had in hun ogen.

Zonder verdere uitleg koos de voorzitter van de Commissie ervoor om de gewone kamer de bevoegdheid te geven om beide zaken samen te behandelen en een procedurekalender op te stellen. Standard de Liège heeft nadien expliciet gevraagd aan de Commissie om te bevestigen dat ze zich bevoegd verklaren. Dit werd openlijk bevestigd door de voorzitter. Standard de Liège vroeg dan om de normale procedure toe te passen en de beslissing schriftelijk te communiceren.

Verrassend genoeg werd deze aanvraag geaccepteerd door de Voorzitter, maar Sporting Charleroi kwam toen tussenbeide door te stellen dat Standard zo in beroep kan gaan (een recht dat inderdaad in het reglement geschreven staat). Na deze interventie kwam de Voorzitter, tot ieders verbazing, terug op zijn beslissing door te verkondigen dat er geen enkele schriftelijke bevestiging zou uitgestuurd worden aangezien het enkel en alleen om "ordemaatregelen" gaat. Nadien sloot hij het debat.

Deze feiten zijn van een dergelijke omvang met betrekking tot het recht op verdediging en het recht op een eerlijk proces, dat waarschijnlijk ook de ontpartijdigheid van de disciplinaire instanties van de KBVB in twijfel moet getrokken worden. Ook de pers heeft dit kunnen vaststellen en publiceerde daarover al enkele artikels. Dit feit toont aan waarom Standard beroep wou doen op de burgerlijke rechtbank in deze zaak. In een constructieve benadering, al dan niet a.d.h.v. een schriftelijk bewijs, zal Standard de Liège zijn legitiem en fundamenteel recht uitoefenen om in beroep te gaan tegen de beslissing (aangezien het wel degelijk om een beslissing gaat) die vandaag werd uitgesproken. Ze willen zo nog steeds geloven in de disciplinaire instanties die de KBVB voorzien hebben. Daarnaast zal Standard ook nadenken over de beste manier om deze bestuursinstanties van ons voetbal aan te spreken zodanig dat dergelijke voorvallen niet meer zullen voorkomen in de toekomst.